Correspondentie Baudelaire: België. Aan Julien Lemer. Brussel, dinsdag 4 juli 1865.
Charles Baudelaire
Brussel, België.
- Door Vivienne Stringa
- 27-10-2017
- Vertalingen: Correspondenties
AAN JULIEN LEMER
Brussel, dinsdag 4 juli 1865.
Beste Lemer,
Ik zit momenteel met een zeer ernstig probleem, en alleen u kunt mij daar geloof ik uit halen.
De zaken die ik u verzocht op te lossen aan het begin van februari waren al dringend, maar nu zijn ze meer dan dringend geworden.
Ik heb alleen maar via Manet gehoord dat u zich wel met mijn affaire wilde bezighouden, maar dat u op de kopie wachtte.
Het is momenteel echter zo dringend geworden dat ik alles wat ik hier in Brussel heb naar Parijs zal meenemen om het aan u te geven, en daarna zal ik naar Honfleur gaan om de rest op te halen.
Nu zal ik misschien wel horen dat u er niet bent of ziek bent, of dat u geen tijd heeft om u met andermans zaken te bemoeien. En wie weet wat nog meer?
In dat pakket dat ik u zal geven, ontbreekt het manuscript van Pauvre Belgique! En dat zal pas eind september herzien, gecorrigeerd, aangevuld en uitgedund zijn.
Maar toch lijkt het me dat het gunstig zou zijn om te onderhandelen voor de drie boeken tegelijk, omdat het laatste een lokaas zou kunnen zijn voor de boekhandel.
Voor de rest zal ik u in detail uitleggen wat dit voor boek is.
Maar wat is me nu overkomen: Malassis krijgt geld van mij, en hij zit zeer in de zorgen, en hij zal de 10e de schuldvordering verkopen die hij op mij heeft, indien ik niet ergens die 2000 frank vind die men hem elders wel aanbiedt, zegt hij.
Ik zal u zeggen wat de naam is van de winstbejager die zich heeft aangediend, om mij, geloof ik, hard aan te pakken, om overal alles in te pikken waar ik nog eventueel recht op zou kunnen hebben, en zelfs om terugvorderingen op Hetzel en Lévy uit te voeren.
Daaruit volgt dus nu dat ik bedreigd word door allerlei zorgelijke problemen , zonder daarbij op te tellen dat ik niet alleen ontheven zal zijn van de middelen om naar Frankrijk terug te keren, maar ook van middelen om van te leven.
Morgen zal ik u de kopie van deze akte laten zien, die ik getekend heb in 1862 zonder hem te lezen, zonder over de consequenties ervan na te denken, en waar Malassis me nooit het tweevoud van heeft gestuurd.
Voor wat betreft de andere details, ik zal u morgen om een afspraak vragen om er met u over te praten, en dan ga ik naar Honfleur om de ontbrekende fragmenten op te halen voor u.
Denkt u net als ik dat er een voordeel in zou zitten om een verkoop voor alles te bewerkstelligen voor vijf jaar vanaf de publicatie?
Of moeten we ons beperken tot het verkopen van een bepaald aantal van elk boek, tegen een zo eervol mogelijke prijs?
In dat geval moeten er minstens 3000 exemplaren van elk van de vier boeken worden verkocht, en de betaling moet dan gestipuleerd worden (geld of wissels, dat maakt me niet uit) bij aflevering van het boek.
Kan men 3000 frank krijgen voor elk boek voor een ingebruikneming van vijf jaar?
Maar, goed, ik zal u dan maar met rust laten voor vandaag. Praten is beter dan de pen, en trouwens ik ben zo ongerust dat ik me niet in staat voel om normaal te redeneren.
Ik slaap noch eet al twee dagen niet.
Les Paradis artificiels is een heel amusant boek, zoals u wel weet, maar nogal kort.
Daarentegen vrees ik dat de twee boeken Contemporains en Pauvre Belgique! heel dik zijn.
Uw toegewijde,
Ch. Baudelaire.