Correspondentie Baudelaire: België, aan Narcisse Ancelle. Brussel, 30 november 1865.
Charles Baudelaire
Brussel, België.
- Door Vivienne Stringa
- 5-11-2017
- Vertalingen: Correspondenties
AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, 30 november 1865.
Beste Ancelle,
Ik vraag u om vergeving voor het feit dat ik u 12 stuivers laat betalen voor een vervelend verzoek om geld. Ik kan niet anders. Ik zit hier met een kleinigheid dat ik lang geleden voor mijn moeder heb aangeschaft, en ik kan het haar niet opsturen, omdat ik de port niet kan betalen.
Helaas! u had dus gelijk. Ik kan niet wachten tot 31 december. Gelukkig zitten we aan hetiend van het jaar en en het bedrag is niet hoog. Als ik in Honfleur was, dan zou ik mijn inkomen bij u in beheer laten rusten, maar wanneer zal ik daar ooit komen!
Ik heb mijn werkritme weer een beetje opgepakt. Dat is alles wat ik aan goeds te melden heb.
Le Monde Illustré heeft me mijn manuscript teruggestuurd, en me gezegd dat ik het moest bewerken, sommige dingen in moest korten die de abonnee niet zou kunnen verdragen, etc...
Kent u soms iets dommers en tiranniekers dan een abonnee of een hoofdredacteur?
Ik hoor helemaal niets van Julien lemer en de gebroeders Garnier, behalve dan dat Hippolyte Garnier 25 oktober in Parijs is aangekomen, - en, wat ik al wist, dat hij voordat hij wegging, eerst Sainte-Beuve is gaan raadplegen over wat mijn boeken waard waren. - Julien Lemer heeft me via een van onze vrienden laten weten dat hij graag mijn aantekeningen over België zou willen zien. Ik verdenk hem ervan dat hij het boek wil kopen, - het boek dat Garnier verafschuwt. Ik heb mijn neus dus weer eens in die vreselijke warboel gestoken, die ik lange tijd links had laten liggen. Ik werk nu al vier dagen aan het op volgorde leggen van al mijn aantekeningen en aan het opbouwen van een inhoudsopgave. Ik heb er pijn van in mijn rug.
Maar, aangenomen dat Lemer het van me koopt, dan halen die 800 frank die hij er voor wil geven me niet uit de ellende. Ik kan pas verlost worden door de afsluiting van dat contract met Garnier. Maar wat duurt dat lang! Wat duurt dat lang!
Beste Ancelle, ik ga u mijn gebruikelijke smeekbede opzeggen. Wanneer ik een beetje geld verwacht dan ben ik lichamelijk ziek van ongeduld. Ik smeek het u, wacht niet tot de volgende dag met die armoedige 150 frank. Dat rotmens (de hotelbazin) maakt me ziek, zij ja, van woede en schaamte. Dit keer mag u de brief direct adresseren naar me met rue de la Montagne 28. Ik wil 140 frank aan haar besteden om haar zo voor een paar dagen te kalmeren. Daarna zal ik met al het geduld dat mijn zenuwen me willen geven op de antwoorden wachten van Lemer en Le Monde Illustré.
Vergeet de brief Custine niet, en schrijf me wat opbeurends. Ik hoef geen zuinigheidsaanbevelingen. Ik zie u waarschijnlijk in de loop van december, en ik zal geen geld van u hoeven hebben. Zodra ik maar een geldbedragje krijg, zal ik 100 frank op zij zetten, om een beetje zelf mijn eigen zaken in Parijs te gaan inspecteren.
Ik verveel me en ik lijd verschrikkelijk. Ik heb elke vorm van relaties verbroken. Ik leef liever in totale eenzaamheid dan in gezelschap te verkeren van grof, dom en onwetend gezelschap.
En mijn moeder? Heeft u iets van haar gehoord? Soms beeld ik me wel eens in dat ik haar nooit meer zal zien.
U krijgt deze brief morgenochtend om 10 uur. Als u me (ik ben veeleisend als iemand die lijdt) kunt antwoorden voor 5 uur, dan krijg ik uw brief op 2 december om 8 uur.
Geen gemopper, goed?
Mijn hartelijke groeten aan Mevrouw Ancelle.
Uw toegewijde
C.B.