Correspondentie Charles Baudelaire, aan Madame Sabatier, Versailles, 3 mei 1853.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME SABATIER
Versailles, 3 mei 1853.

 

AAN A.

Engel vol vrolijkheid, kent u de angst,

De schaamte, de wroeging, de snikken, de verveling,

En de vage angstvrezen van die afschuwelijke nachten

Die je hart samenpersen als een stuk papier dat men frommelt?

Engel vol vrolijkheid, kent u de angst?

 

Engel vol goedheid, kent u de haat,

Gebalde vuisten in de schaduw en de galbittere tranen,

Als de Wraak zijn helse rappel slaat

En kapitein wordt met onze talenten?

Engel vol goedheid, kent u de haat?

 

Engel vol gezondheid, kent u de Koortsen,

Die langs de grote muren van het vale rusthuis,

Als gevangenen, hun voeten slepend weggaan,

Op zoek naar de zeldzame zon en hun lippen bewegend?

Engel vol gezondheid, kent u de Koortsen?

Engel vol schoonheid, kent u de rimpels,

En de angst om oud te worden, en de schandelijke kwelling

De geheime afschuw van de Toewijding te lezen

In de ogen waaruit lange tijd onze inhalige ogen dronken?

Engel vol schoonheid, kent u de rimpels?

 

Engel vol geluk, vreugde en lichten,

Stervende David zou om gezondheid hebben gevraagd

Aan de uitwasemingen van je betoverde lichaam;

Maar van jou vraag ik, Engel, enkel je gebeden,

Engel vol geluk, vreugde en lichten.

  Inhoudsopgave     Volgende brief