Correspondentie Charles Baudelaire: België. Aan Ancelle, Mme Aupick, Brussel, juni 1865

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Jean-François Spricigo.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Jean-François Spricigo. Belgisch fotograaf.

AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, 2 juni 1865.         half zeven.

 

Beste Ancelle,

    Heeft u mijn brief ontvangen, die gedateerd is op de 30e?
En waarin ik u vroeg om 150 frank voor de maand juni, en waarin ik u mijn besluit voor mijn reis aankondigde.

    Er zijn nu al zes postbestellingen geweest waar geen antwoord voor mij bij zat.
Misschien is mijn brief wel kwijt. Het reçu zat erin.

Uw toegewijde,

C.B.

Zet niet op de enveloppe: Hôtel du Grand Miroir, maar rue de la Montagne, 28.

AAN MADAME AUPICK
Brussel, zaterdag 3 juni 1865.

 

Lieve goede moeder,

     Maar eigenlijk is het echt waanzin om mensen zó erg te mogen!
Ik schaam me nu zeer. Ik vertel je voortaan niet meer over mijn pijntjes.
Je weet toch dat ik al jaren lijdend ben aan reumatiek en zenuwpijnen. Het doet pijn, meer niet. Het zijn geen ziektes.
Voor die verstopping die na die diarree komt, daarvan is het nadeel dat je humeur daar bitter van wordt, maar daar is uiteraard een klein dieet voor dat ik moet gaan volgen, maar dat doe ik pas als ik weer rustig ben.

     Ja, ik ga binnenkort weg.
Maar zou je geloven dat ik me nu geïntimideerd voel,  geïntimideerd om wat dan? Van de angst om niet te slagen!
Dat is nu precies de verklaring van die besluiteloosheid waardoor ik altijd zo wreed ben gekweld.
Maar toch is het vanzelfsprekend dat je, om een zaak te kunnen laten slagen, je daar eerst mee moet beginnen.

     Ik herinner me dat het me in Parijs vaak overkwam dat ik een week lang niet naar huis durfde uit angst weer slecht nieuws aan te treffen.
Ik schaam me ervoor, maar het is onoverwinnelijk.

     Ik geloof dat ik gewoon maar wat roggebrood moet eten bij elke maaltijd.
Dat is een gematigde verfrissing die beter is dan laxeermiddelen. Maar dat aan het hotel vragen, dat is jezelf voor gek verklaren.
In het begin dachten ze al dat ik gek was, omdat ik om een grote tafel vroeg om te schrijven en een grote kamer om te kunnen lopen.

Tot binnenkort, en veel liefs, woest en spijtig dat ik je ongerust heb gemaakt.

Charles.

Nu gaat het goed met me.

  Inhoudsopgave     Volgende brief