Madame Aupick, de moeder van Charles Baudelaire
Madame Aupick. Charles Baudelaire.
Mme Aupick Archambault-Dufays
Nikolaos Gyzis. 1842 - 1901
- Door Vivienne Stringa
- 28-2-2018
- Vertalingen: Correspondentie. Charles Baudelaire
Mme Aupick Archambault-Dufays
De moeder van Charles Baudelaire is alom aanwezig in het werk en de correspondentie van Baudelaire, maar haar echt goed kennen doen we niet. We weten dat zij twee keer getrouwd is geweest, maar haar eigen identiteit lijkt ingeperkt te liggen in slechts twee familienamen “Archambault-Dufaÿs”.
Het lijkt of haar leven pas begon op 27-jarige leeftijd toen zij in 1820 trouwde met François Baudelaire, die 34 jaar ouder was dan zij en die de vader zou worden van de dichter Charles.
Het is bekend dat zij wees was, misschien in Engeland geboren was.
François Porché schrijft dat zij daar opgevoed werd door “de familie Pérignon die van adel was”, en deze familie behoorde tot de relaties van François Baudelaire.
De familie van moeders kant van Baudelaire blijft een mysterie.
Wist Baudelaire er meer van?
Wat wel een feit is, is dat hij bij zijn schrijversdebuut in de jaren 1840 de naam “Dufaÿs” achter de naam van zijn vader zette, en hiermee signeerde hij zijn werk, te weten “Baudelaire Dufaÿs”.
Dit was zonder meer ook om kolonel Aupick een hak te zetten.
Maar dit eervolle gebaar van Baudelaire jegens zijn moeder zorgde er wel voor dat de naam van het weesmeisje vergeten noch ondergesneeuwd werd door de militaire reputatie en bekendheid van generaal Aupick.
Het was voor Baudelaire ook een manier om de mensen eraan te herinneren dat het eerste huwelijk waaruit hij afkomstig was geenszins een afgesloten hoofdstuk was.
In 1827 was Caroline nog maar net uit de rouw na het overlijden van haar eerste man François Baudelaire of zij trad reeds in het huwelijk met een kolonel die een briljante toekomst had.
Zij verwachtte een kind van hem maar dit werd doodgeboren.
Charles bleef dus het enige kind van deze vrouw die in de wereld bekend is geworden als de zeer conventionele en rigoureuze Madame Aupick.
Ze had niet veel tijd om blij te zijn om zijn schoolprestaties want direct daarna viel haar een groot onheil ten deel, namelijk haar zoon werd dichter:
“Zijn moeder onthutst en vol met laster / balde haar vuisten tot God, die haar in medelijden nam” (Bénédiction).
Gehele correspondentie Lyon, donderdag 6 februari 1834.